Het zal inmiddels geen geheim meer zijn dat mijn kat Joop en ik een ietwat stroeve relatie hebben. Of dit geheel wederzijds is weet ik natuurlijk niet, maar ik laat mij in elk geval regelmatig uit over de eindeloze nutteloosheid van mijn veel te verharige ‘vriend’. Inmiddels heb ik al meer dan 15 eerlijke opiniestukken geschreven over dit beestje (ter vergelijking: hij heeft er nog 0 over mij geschreven), en elke keer valt me weer iets anders aan hem op waar ik me aan stoor. Totdat ik laatst een keer een inzicht kreeg. Wat is nu eigenlijk de kern van die onvrede? Ik zal toch niet gewoon… jaloers op hem zijn?
Daar moest ik eerlijk gezegd best even van slikken. Het klinkt namelijk enorm plausibel. Want zoals ik hier in de zin van het leven schreef, draait een groot deel van ons menselijk bestaan om het continu najagen van een onvervuld verlangen. Je wilt altijd hebben wat je niet hebt. En wat heb ik nu het minst in deze kinderrijke fase van mijn leven? Precies: vrije tijd, slaap, rust… Joop heeft helemaal geen verplichtingen. Hij hoeft helemaal niks te doen. Zijn hele dag draait maar om 2 dingen: slapen, en nét genoeg snackjes scoren om in leven te blijven tijdens het slapen.
Zijn bestaan is precies het andere uiterste van het mijne op dit moment. Joop en ik zijn tegenpolen, en die trekken elkaar natuurlijk aan. Of we het willen of niet: wij zijn met elkaar verbonden tot de dood ons scheidt. En daar zou ik nu natuurlijk een hele flauwe grap over kunnen maken, maar dat doe ik niet. Zeker omdat die gek morgen jarig is (waarschijnlijk, niemand weet zijn echte geboortedatum). En daar wil ik hem graag heel erg mee wil feliciteren.
Joop: ik heb helemaal niets aan je, maar geniet jij er maar van. Van harte.