Een van de meest boeiende dingen van die hele coronacrisis, is misschien nog wel de fantastische overdaad aan nieuwe woorden we er gratis bij hebben gekregen. Vaccinatievoordringer, wappie, anderhalvemetersamenleving, mondkapjesplicht, ga zo maar door. Maar gisteren hoorde ik weer een nieuwe, en die zette mij wel extra aan het denken. “Spijtbaasje” was het woord, en hoor ik zelf niet ook tot die categorie?
Nu heb ik natuurlijk god zij dank geen hond, en ben ik al helemaal niet zo gek geweest om een puppy in huis te halen terwijl ik thuis opgesloten zat in een kinderrijke lockdown, maar misschien ben ik al veel eerder de fout ingegaan als spijtbaasje. Dat was dan zo’n 10 jaar geleden, toen we die nietsnuttige Joop in huis hadden genomen. Voor wie Joop niet kent: gefeliciteerd.
Het is niet dat ik daar elke dag spijt van heb hoor, maar het is nou ook weer niet een van mijn betere dagen geweest dat ik hem uit een doorgesnoven kraakpand had opgepikt. Het is meer dat die actie van toen me gewoon elke dag blijft achtervolgen. Overal. In de keuken, in de badkamer, in mijn bed, in de WC, op de galerij, altijd, overal. En daar heeft dit baasje soms best wel eens spijt van.
Zeker nu we zoveel thuiszitten vanwege corona…