Vandaag heb ik mijn zoontje Willem van 5 weer eens zwaar onderschat. Hij had namelijk zowaar zijn eerste zwemles vandaag, en omdat hij nou niet bepaald de grootste held is onder de douche of in bad, zou het me niet verbazen als hij het opeens echt helemaal niks zou vinden. Maar niets was minder waar, want die held deed overal lachend aan mee en sprong plotseling zelfs al van de kant in het water koppie onder. Dat doet zijn vader hem zelfs niet zonder slikken na. Wat een gast!
En daarmee lijkt het ook alsof ie het nu al een stuk beter doet dan ondergetekende. Want mijn hemel, wat vond ik dat schoolzwemmen vroeger toch verschrikkelijk zeg! Serieus, ik heb een hele leuke jeugd gehad, maar de donderdagen waarop we met een grote schoolbus naar zwembad Het Keerpunt in Amstelveen gingen zijn nog steeds met gemene krassen op mijn zieltje ingekerfd. Op zich was het allemaal prima geregeld hoor, alleen vond ik het zelf gewoon helemaal niks om onder water te gaan. En die kansloze chloorlucht, die kleedhokjes, die zwemhaak, die clowns, dat afdrogen… brrrr! Daar komt dus mijn grondige afkeer tegen zwembaden vandaan. Hoe fijn is het dan dat mijn zoontje daar gelukkig heel anders over denkt.
Want zoals ik mijn zoontje vandaag in het water zag springen, heb ik dat volgens mij pas na een jaar voor het eerst huilend aangedurfd. Een onwijze waterrat is het nou ook weer niet hoor, maar de eerste zwemles is in elk geval wel heel veelbelovend. Dat zwemdiploma komt er wel een keert! En wat voelt het toch fijn om te zien dat je kennelijk toch niet automatisch je angsten en trauma’s genetisch op je nageslacht overdraagt. Daar mag ie gewoon lekker zelf voor gaan zorgen in zijn eigen leven.
En ook wel zo fijn, want het is gewoon best gĂȘnant dat je als volwassen kerel van 36 nog steeds ergens diep van binnen een knagend onderbuikgevoel hebt als je ziet dat het weer donderdag is. Kom ik ooit nog van mijn donderdagofobia af?
Ik kan alleen maar hopen.