Hoppa, week drie van mijn knettergekke dieet zit er alweer op! Met nog slechts één weekje te gaan komt de eindstreep toch echt langzaam in zicht. Hoe gaat het nu, en hoe ga ik zometeen de finish halen?
Nou, eerlijk gezegd gaat het me best makkelijk af. Voor mijn gevoel zijn de dingen minder viezig dan in het begin, en sommige dingen zijn zelfs oprecht lekker te noemen. Maar wat volgens mij ook wel echt meehelpt, is dat eten mij in werkelijkheid vrij weinig tot niets kan schelen. Ik heb gemerkt dat ik me best goed neer kan leggen bij het feit dat ik niet alles kan eten, en dan went het verder allemaal vanzelf.
Hier loert echter ook een gevaar om de hoek. Omdat eten me weinig kan schelen, kan het me ook weinig schelen of het gezond is of niet. En omdat ik natuurlijk wel sommige dingen lekkerder vind dan andere, schuif ik natuurlijk veel liever lekkere dingen naar binnen dan dingen die ik vies vind. Dat is nou eenmaal een stuk prettiger op de korte termijn.
Wat gezondheid betreft merk ik eerlijk gezegd nog niet heel veel voordelen. Tuurlijk, er vliegen absoluut wat kilo’s overtollig vet weg, maar het is nou niet zo dat ik elke dag bruisend vol energie de weide wereld in spring. In tegendeel… maar ja, dat heeft natuurlijk ook voor een groot deel met onze kleine Bas en het starten van een nieuwe baan te maken. Dat kost allemaal energie, en dat kan een kluit mos met wat zompige modder en stukjes drek natuurlijk nooit helemaal compenseren.
Hoe dan ook, ik ga die laatste week vol goede hoop tegemoet. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik die week echt nog wel vol kan maken, en dan begint fase twee. Die ga ik eerst vieren met een gigantische loempia van de snackbar (niet te verwarren met de epische loempidel) en niet veel later laat ik allemaal sashimi zal bezorgen door de visboer. Daar kijk ik nu al reikhalzend en -kwijlend naar uit!
De eindstreep is in zicht, en daarachter schijnt de zalm. Kom maar door!