Het belangrijkste dat je nodig hebt voor een boswandeling zijn natuurlijk bomen. Je kan nog zo’n goede wandelschoenen, GPS of fleecejack bij je dragen, op het moment dat je geen bomen hebt loopt je feestje natuurlijk gelijk uit op een fiasco. Maar als je dan aan de slag gaat met je eerste boswandeling, hoeveel van die bomen heb je dan eigenlijk precies nodig?
En dat is dus een stuk lastiger om te zeggen dan je denkt. De definitie in onze geliefde VanDale is daar namelijk niet heel specifiek in. Een bos is daar ‘een met bomen begroeid terrein’, maar dat heb je natuurlijk al snel. Een tuintje met 2 bomen is dan ook al een bos, en dan ben je snel thuis van je boswandeling. Maar hoeveel dan? 3? 4? 100?
Ik vind het moeilijk om te zeggen… Mijn gevoel zegt misschien een stuk of 10 voor een klein boswandelingetje, waarin je dan leuk een paar rondjes kan lopen? Het is in elk geval wel genoeg voor een kleine eikenprocessie (mits je wel 10 eiken uitkiest uiteraard).
Mijn plan om deze vraag te beantwoorden is nu door op zoek te gaan naar en boswachter. Als er iemand is die dit moet weten, is hij het wel! Boswachters krijgen die vraag natuurlijk op hun sollicitatiegesprek. “Hoeveel bomen had jij in je vorige functie onder je?”, “Nou, ik was wel heel senior hoor. Dat waren rond de 27 sparren, 12 iepen en een woudreus”.
Zow! Nou ja, snel op naar een boswachter. Ik laat het jullie horen!