Python is een ‘general purpose’ programmeertaal die onwijs populair geworden is. Een belangrijke reden daarvoor is die enorme veelzijdigheid, want je kan er zo goed als alles mee. Nu ik erover nadenk, zijn er eigenlijk ook dingen waar deze taal niet toe in staat is? Kan Python, om zomaar eens wat te noemen, bijvoorbeeld ook de nieuwe taal van de liefde zijn?
Ik zou serieus niet weten waarom niet. Sterker nog, deze taal zit over het algemeen een stuk beter in elkaar dan onze huidige taal van de liefde: Frans. Die taal staat bol van de overbodige binnensmondse kreuntjes en oeverloos gemompel. En zeg nou zelf, wat is nou de betere manier om je boodschap over te brengen:
Ik zou het wel weten, maar goed. Het gaat hier natuurlijk om de taal van de liefde en dus staat logica en redenatie niet bijster hoog op het lijstje van criteria. Het gaat hier vooral om het gevoel. Maar is het per sè nodig om je gevoelens te uiten door er heel veel zwoel en nodeloos ge-fluflu omheen te pakken?
Nee, daar hebben we juist handige code voor. Om maar wat simpele voorbeeldjes te noemen, wat dacht je van:
En ga zo maar door, dit is nog maar het begin! Ik heb hier nog niet eens knusse wrapper-functies toegepast of een romantische klasse gedefinieerd. Daarbij heb je in Python natuurlijk altijd de mogelijkheid om samen spannende packages te ontwikkelen, elkaars gevoelige data in een dataframe te laden of om elkaar via jullie gemeenschappelijke index aan elkaar te joinen. Dan deel je pas een band samen!
Sja, ook voor tortelduifjes is Python eigenlijk dé taal om voor te gaan. Mits je natuurlijk wel een inner join op elkaar toepast uiteraard! Je wilt immers niet per ongeluk buiten het digitale liefdesbootje vallen.
Hoe het ook zij: ik hou in elk geval onwijs van Python! Wat een schatje zeg, die programmeertaal…