Nou, ik begin gelukkig weer een beetje terug te komen hoor. Na een paar zware dagen heb ik eindelijk het gevoel dat de mist weer wat optrekt in mijn hoofd. Ik ben er nog niet doorheen hoor, maar er is gelukkig in elk geval weer land in zicht. En dat is toch wel fijn om te merken, want wat een vage trip is dit allemaal zeg.
Wat nu overheerst is nog steeds flinke vermoeidheid, stomme kramp en irritant getintel, maar ik ben in elk geval niet meer zo wazig aan het spacen als eerst. En het is dan toch fijn om te weten dat er ook deze keer weer licht aan het eind van de tunnel is. Dat maakt die twee resterende tunnels ook weer wat overzichtelijker en voorspelbaarder. Ze worden kennelijk steeds langer en donkerder, maar ik weet dat ik er vanzelf wel weer doorheen kom.
En met nog maar twee pittige tunnels te gaan, komt zelfs heel langzaam het einde van de dat hele chemotraject in zicht. Wat gaat dat heerlijk zijn zeg! Ik kan het me haast niet voorstellen, maar ik moet gewoon nog heel even doorzetten en dan verandert dit hele gebeuren straks ineens in een herinnering. Daar gaan we vanzelf naartoe.
En met die geruststellende gedachte duik ik nu voor de zoveelste keer mijn nest in om weer bij te slapen. Dutje voor dutje richting die fraaie stip op de horizon. Ahoy!