Nederland is bijna door haar voorraad kinderen voor kinderen heen. Sinds 1980 hebben complete generaties namelijk gretig gebruik gemaakt van deze beperkte grondstof, zonder ook maar enigszins na te denken over de gevolgen voor de lange termijn. Daar moeten onze eigen kinderen nu de prijs voor gaan betalen. Als we in dit tempo doorgaan, zijn er over twee jaar namelijk helemaal geen kinderen voor kinderen meer over.
Om toch een minimale hoeveelheid kinderen voor kinderen te kunnen borgen, gaat het ministerie voor Jeugd en Gezin nu postuum op zoek naar alternatieve bronnen van kinderen voor kinderen. Zo wordt onder meer onderzocht of het bijvoorbeeld rendabel is om kinderen uit andere landen te importeren. Inmiddels is de Arbeitsgruppe Kinder für Kinderen ingericht en staat het Azerbeidzjaanse Uşaqlar üçün Kinderen al een tijdje in de startschoenen. Of dit voldoende is om het tij te keren valt echter nog te bezien.
Mocht dit niet genoeg zijn, dan heeft Nederland als uiterste redmiddel altijd nog de mogelijkheid om terug te vallen op het inzetten van ouderen voor kinderen. Het is voor niemand leuk, maar daarvan hebben we er de komende tijd in elk geval wel nog eventjes meer dan genoeg.
Ter voorbereiding voor deze ouderen voor kinderen, hier alvast wat huiswerk:
”