Vandaag ben ik voor het eerst dit jaar gaan hardlopen in Frankrijk. Het was een feestje: croissant als brandstof, een prachtige route, goed wegdek, klein beetje heuveltjes, geen verkeer, weinig voetgangers (mede omdat het regende) en bovenal een prachtig uitzicht over de zee en het jachthaventje van Benodet. Daarbij was mijn laatste keer hollen ook alweer 4 maanden terug (toen ook niet verkeerd: 10km over de Zwanenburgbaan op Schiphol). Ik ging dus met een tophumeur de Franse hardlopers tegemoet, goed gemutst met een dikke grijns en een bonjour op de mond. Kom maar op!
Na een paar kilometer realiseerde ik me echter dat er iets geks aan de hand was. Het duurde even voordat ik het doorhad, maar toen viel de Franc: die Franse hardlopers spreken hier een onwijs knullig Frans tegen elkaar! Zoals gebruikelijk zijn er mensen die elkaar gedag zeggen als ze elkaar tegemoet lopen tijdens het hardlopen. Ikzelf had helemaal mijn Bonjours geoefend om niet voor lul te staan voor mijn concullega-renners. Maar die tijd had ik beter aan een warming up kunnen besteden. Die Fransen praten hier namelijk onwijs slordig Frans als ze rennen.
De eerste die ik tegenkwam zei nog een soort van Bsjoer, maar daarna werd het snel slechter: Brrrrm, bwuurgh, bhooo, oooeee, brrsj, brlwraaa… veel dichterbij kwam de bonjour hier echt niet hoor. En dan ga ik natuurlijk ook niet meer mijn best doen.
Vandaar dat de laatste loper die ik passeerde het vandaag met een iets te harde maar zeer welgemeende “Bwuuurgh!” Van mij moest doen. Aan de vriendelijke glimlach die ik terugkreeg zag ik echter dat het goed zat. Hij begreep me.
Dus zo doen ze dat hier.