Het is wintertijd als de zomertijd is afgelopen. Die begint aan het eind van de lente en duurt dan tot ergens in de herfst, als het voor het eerst drie weekenden op rij slecht weer is geweest. Als de KNMI er klaar voor is wordt dan snel de wintertijd aan gekondigd (uiteraard alleen na goedkeuring van de koning en de staten generaal).

Meestal is dit allemaal zo eind oktober. Dan kiezen we een weekend en in het noordelijk halfrond schuiven we de klok dan om 2 uur een uurtje naar rechts. Daar staat ie dan tot de volgende ochtend, en dan is het opeens een uur eerder. Je mag dus langer slapen als het wintertijd wordt.

Een uitzondering op deze regel geldt natuurlijk voor onze expats op de Kreeftskeerkring, die juist twintig minuten eerder op moeten staan omdat ze die 23,5 graden noorderbreedte nog in moeten halen. Balen, maar dan had je daar ook maar niet moeten gaan wonen.

Tegelijkertijd is er ook goed nieuws voor alle trouwe deelnemers aan de maand Kloktober. Als zij de hele maand braaf doorgeklokt hebben, verdienen deze helden geheel terecht een kwartiertje extra tijdsverschil. Dat merk je wel hoor, als je ‘s ochtends nog even wil blijven liggen.

Nou!