Een kapoentje is een gecastreerde haan. Op zich best gek dus, dat dit arme dier zo’n belangrijke rol speelt in een van de meest bekende Sinterklaasliedjes van onze tijd. Waarom is dat toch?
Hierover gaan verschillende theorieën. Zo zou het gecastreerde karakter van de haan symbool kunnen staan voor de celibate levensstijl van Sinterklaas. Door dit luidkeels door de schoorsteen te blèren proberen kindertjes de oude wijze man te weerhouden van abusievelijke avontuurtjes met aangename deernes en andere verleidingen. Een vriendelijk gebaar, zeker als je je beseft dat oude mannen in jurken best wel eens vergeten dat ze eigenlijk hun vieze handjes thuis moeten laten.
De meest waarschijnlijke theorie is echter dat de schrijver van het liedje gewoon extreem slecht was in zijn vak. Deze slacker kon waarschijnlijk niets beters verzinnen dat op ‘schoentje’ rijmt en kwam daardoor uit wanhoop maar met een gecastreerd stuk gevogelte op de proppen. Als de auteur ook maar iets meer van het vogelrijk afwist, was hij natuurlijk zeker voor het charmante porseleinhoentje gegaan. Die is toch veel schattiger dan die lompe gecastreerde haan?
Maar ja, dat is ook een kwestie van smaak.